In de vorige stap heb je geleerd hoe je de resultaten van een individuele student kunt bekijken. In deze stap leer je hoe je de instellingen van de cijferberekening kunt aanpassen.
Klik op settings Instellingen in je toets en selecteer Cijferberekening aan de linkerkant. Je wordt doorverwezen naar het overzicht van de cijferberekening en kunt hier de instellingen aanpassen. Als je klikt op het uitklapmenu Type cijferberekening, zie je de volgende drie opties:
Formule
- Afronding
Kies bij deze optie het aantal decimalen waar het cijfer naar wordt afgerond. Je kunt afronden naar twee decimalen, één decimaal, naar halven of naar hele getallen. - Formule voor cijferberekening
De standaardformule is [1 + 9 * punten / totaal], waar 'punten' staat voor het behaalde puntenaantal door een student en 'totaal' staat voor het totale aantal punten dat een student kan behalen. - Limiteer het laagste cijfer
Vul het laagst mogelijke cijfer in.
- Limiteer het hoogste cijfer
Vul het hoogst mogelijke cijfer in. - Slagingscijfer
Vul in welk cijfer nodig is om te slagen voor de toets.
Tabel
Het type cijferberekening 'Tabel' kan gebruikt worden om een puntenaantal om te zetten naar een cijfer. Het is ook mogelijk om de cijfertabel van een toets te exporteren en deze te importeren in een andere toets. Dit kan van pas komen als je dezelfde cijfertabel wilt gebruiken voor toetsen. Tussenliggende punten worden naar het dichtstbijzijnde puntenaantal naar beneden afgerond. Dit bepaalt het bijbehorende cijfer. Als voorbeeld gebruiken we de onderstaande tabel. Als een student 5.49 punten heeft behaald ontvangt hij volgens deze tabel een 1. De student zou gezakt zijn voor deze toets. Een puntenaantal van 5.49 wordt namelijk niet afgerond naar 5.5 punten.
Geen
Als je digitale toets zelf moet worden nagekeken of als het een oefentoets is kun je Geen bij cijferberekening selecteren.
Opmerkingen
0 opmerkingen
U moet u aanmelden om een opmerking te plaatsen.